Waarom we van de journalistiek weinig hoeven te verwachten…
In de naoorlogse periode werkte de journalistiek lange tijd als controlerende macht. Iedere krant was onafhankelijk, had zijn eigen invalshoek en achterban en een eigen redactiestatuut. Beslissingen in kerk, politiek en recht werden door journalisten met argusogen gevolgd. Juist de diversiteit in het krantenlandschap was ook de kracht ervan.
In de afgelopen 40 jaar zijn steeds meer kranten in de handen gekomen van steeds minder partijen. Inmiddels is er bijna geen krant meer in Nederlandse handen, ook niet de regionale bladen. Alles is eigendom van twee Belgische partijen; DPG en Mediahuis. Zij hebben hun eigen agenda’s en belangenstructuren.
Die agenda’s en belangenstructuren zie je terug als je de koppen van diverse kranten bekijkt; dezelfde propaganda wordt op alle voorpagina’s herhaald. De redactiestatuten zijn afgeschaft en veel content wordt geschreven door dezelfde redactie maar voor verschillende dagbladen. Kortom: door wisselingen in eigendomsstructuren (en bezuinigingen) is wat eens de controlerende macht was verworden tot een reclame- en propagandamachine. Onlangs is NU.nl ingelijfd, dat geeft aan dat men ook op internet actief bezig is om meer invloed te krijgen.
En wie is eigenlijk eigenaar van het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), de nieuwsleverancier voor de redacties van kranten, de NOS en actualiteitenrubrieken? Het antwoord op deze vraag zou je de wenkbrauwen moeten doen fronsen, dat is sinds 2018 namelijk entertainment koning John de Mol. Hij heeft onlangs staatssteun aangevraagd voor het ANP, maar benadrukt dat het ANP geheel onafhankelijk opereert. Hoe onafhankelijk ben je dan nog? Wiens belangen worden gediend?